De Nederlandse vlag

De vlag van Nederland bestaat uit drie horizontale banen. In 1579 werd Nederland onafhankelijk. Toen was de officiële vlag oranje, wit en blauw.

Een paar jaar later veranderde de kleur oranje in rood. Het is niet bekend waarom de kleur oranje werd vervangen door rood. Sommige mensen denken dat de schippers de voorkeur aan rood gaven, omdat dit op afstand beter te zien zou zijn. Anderen denken dat er een te kort aan oranje kleurstof was. En tot slot de laatste theorie; men denkt dat de Staten-Generaal oranje hebben vervangen door rood uit hun eigen vlag.
Tegenwoordig wordt er bij officiële gebeurtenissen met betrekking tot de Koningin en andere leden van het Koninklijk Huis een oranje wimpel gehangen boven de drie nationale kleuren.

Er zijn  verschillende gelegenheden waarbij de vlag wordt gehesen, bijvoorbeeld op Koninginnedag (30 april), Nationale Veterane dag (29 juni), Bevrijdingsdag (5 mei), Dodenherdenking (4 mei), Prinsjesdag (derde dinsdag van september) en op de verjaardagen van de leden van het Koninklijk Huis.

 

 

De Nederlandse vlag is symbool van eenheid en onafhankelijkheid. Het is verboden om iets aan de vlag te veranderen of er iets aan toe te voegen. Niemand kan dit zomaar doen tenzij daar toestemming voor is van de koningin. De leden van het Koninklijk Huis hebben zelfs hun eigen vlag. Zo kan je zien dat het staatshoofd aanwezig is. Koningin Beatrix heeft een vierkante oranje vlag met een blauw kruis. In de vier vakken staat het Wapen van Oranje en in het midden het rijkswapen met de leeuw en de koninklijke kroon.